A.F.A.M. Wetzer, 7 september 2009
Dit hoekpand is belast met een cijns over een maat van 20 voet (= 5,75 m), even breed als het huidige pand. In 1520 moet | 187 |
Willem Hagens betalen, ná 1573 achtereenvolgens de kramer Jan Otten, de weduwe van Gijs vanden Kerckhoven en de koperslager Goyaert Janssen. Bij de haardentelling in 1553 blijkt de kelder verhuurd te zijn aan Lysbeth Hermannss. Zij betaalt voor één schouw, evenals de weduwe van Frans Hoet. De bezitter Jan Otten moet zelf voor vier schouwen afrekenen. Uit de telling blijkt dat een zekere Alijt drie huurders heeft die ieder voor één schouw worden aangeslagen. Waarschijnlijk bevonden zich deze verwarmde vertrekken in de bebouwing op het achtererf, grenzend aan de Scheidingstraat. Op het schilderij van het Schermersoproer staat de voorgevel van het pand als een stenen gevel met gekanteelde trappen weergegeven. Deze 15de-eeuwse gevel heeft op de begane grond een luifel met daaronder, in het midden, de deur en aan de linker zijde de kelderingang. Op de eerste- en tweede verdieping zitten drie kruisvensters, die wijzen op een woonfunctie. In de top bevindt zich een luik. Het hele pand was onderkelderd. Een dwarsmuur gaf de plaats aan van de scheidingsmuur tussen het voorhuis en het achterhuis. De kelder onder het voorhuis was voorzien van een houten balklaag. Hier bevond zich de vermelde schouw. De achterkelder was iets smaller en had een tongewelf. Onder de straat, vóór het huis was een kleine kelder aanwezig, die deels onder de voorgevel doorliep. Mag hieruit worden afgeleid dat er oorspronkelijk een houten gevel met overstekken stond, die bij de verstening naar voren is verplaatst? | 188 |
Louis Ruijs144. "De Grasmeijer" anno 1603. | 28 |
De foto toont de hoek van de Scheidingstraat en de Markt (inderdaad: het heet hier nog steeds Markt). Een van de oudst bebouwde delen van Den Bosch. Het is een bekende hoek in de Bossche stadsgeschiedenis; een brand die op 30 april 1419 uitbrak achteraan in de Hinthamerstraat, kon pas gestopt worden bij de Scheidingstraat: de hele noordzijde van de Hinthamerstraat en de Markt vielen ten prooi aan de vlammen. Bij deze stadsbrand verloren 112 Bosschenaren het leven. Het hoekhuis heette De Grasmeijer; deze naam komt in 1603 reeds voor. In de twintigste eeuw was er een drogisterij in gevestigd. De heren Van Beek en Schellekens richtten in 1908 een grossierderij op; een jaar later openden zij een drogisterij in het pand op de Markt. Achter de winkel werd de grossierderij ondergebracht. Zij adverteerden als 'Volksdrogisterij' en inderdaad bezochten veel Bosschenaren de winkel, die men al snel de bijnaam Van Scheet en Bellekens gaf. In 1947 namen twee zoons van de twee oprichters de drogisterij over. De grossierderij verhuisde naar de Tolbrugstraat en in 1967 naar de Handelskade. Intussen was de winkel totaal veranderd. In 1958-1959 werd het pand op de hoek van de Markt en Scheidingstraat geheel gesloopt. Het werd een 'moderne' winkel en de kelderluiken - toegankelijk via de straat - verdwenen uit het staatbeeld. Ook de kelders werden gesloopt en in 1958 schreef de krant daar nog over: „die kelder is geen gewone kelder, het is een volledig ingerichte woonkelder, nog voorzien van de muurnissen waarmee onze voorvaderen hun oliepitjes opstookten. Er zijn voorst nog echte heuse alkoven te vinden en de een stookgelegenheid in de schouw. Zoiets vinden we niet meer.” Ook de kelder werd gesloopt en inderdaad: zoiets vinden we niet meer. In 1971 vond een nieuwe verbouwing plaats, waarbij de nadruk steeds meer kwam te liggen op parfumerie en cosmetica. Thans is op het adres (Markt 105) The Body Shop gevestigd. Naast Van Beek en Schellekens was de firma Van Gend & Loos en Colignon & Cie gevestigd. Twee oorspronkelijk Belgische bodediensten die gefuseerd waren. Zij hadden contracten gesloten met de spoorwegen zodat deze instelling de pakken en pakketjes van station naar station vervoerde, terwijl Van Gend & Loos met zijn paardenkarren in de steden voor verdere bezorging zorgden. Hier aan de Markt was het kantoor van de onderneming gevestigd; de stalling voor de paarden en de wagens bevond zich in de Uilenburg. De Scheidingstraat liep schuin naar beneden, naar de Binnendieze en de wijk De Pijp. Omstreeks 1925 was het verboden vanaf de Markt-Hoge Steenweg deze straat in te rijden voor 'rijwielen en motorrijtuigen'. De helling is er nog steeds in de Scheidingstraat, al heeft men recent de langzaam glooiende helling veranderd in 'luie trappen', zodat kinder- en invalidenwagens er hotsebotsend vanaf rijden en niet-oplettende passanten gemakkelijk kunnen struikelen. Op de oude foto staat voor de winkel van Van Beek en Schellekens - in burger - een bekende Bosschenaar: politiecommissaris J. Staal, in gesprek met een inspecteur met dienstfiets. |
1998 |
Henny MolhuysenVerdwenen stadsbeelden : Een volksdrogisterij op de rustige Bossche MarktBrabants dagblad dinsdag 31 maart 1998 |
1865 | D. van Beers (koopman in aardappelen) - P. de Wijs (mr. koek- en banketbakker) |
1875 | D. van Beers (koopman in aardappelen) - M.H. Kluijtmans (fabriek. van kerkornam.) - F.P. de Wijs (mr. koek en banketbak.) |
1881 | D. van Beers (koopman in aardappelen) - P. de Wijs (handel in sigaren en tabak) |
1908 | fa. Joh. Ruijs (fabrikant in gebreide wollen goederen) - Louis Ruijs (tabak, snuif, sigaren, koffie, thee suiker) - wed. L. v.d. Ven (particuliere) |
1910 | van Beek en Schellekens (grossiers in drogerijen en verfwaren) - A.C. van Beek (koopman) |
1928 | van Beek en Schellekens |
1943 | fa. van Beek en Schellekens (drogisterij) |
J.A.M. Hoekx e.a., Vruchten van de goede en de slechte boom : Heyman Voicht van Oudheusden over de godsdiensttwisten in zijn stad 's-Hertogenbosch en in Breda (1577-1581) (2008) 91